Mijmering – Jul/Aug 2008

Veel
mensen hebben het druk. Althans, dat is de indruk die je krijgt. Het lijkt wel
een moderne ziekte. Ook ik heb daar last van, al heb ik sterk de indruk dat er
nog genoeg zijn die mij hierin nog eens flink overtreffen. Over het algemeen
doen we het ons zelf aan. Ook een kenmerk van deze tijd. Vroeger, en dan bedoel
ik heel vroeger, had je het gewoon noodzakelijk druk met werken en voor de
meesten was zondag dan echt een dag dat je weinig om handen had. De week had
een bepaald vast ritme, waarbij je ook nog eens op tijd naar bed ging. Het was
allemaal veel overzichtelijker.

Tegenwoordig
zijn we zeven dagen per week in de weer. Lang niet alleen met werken, maar ook
met een keur van andere activiteiten er om heen. Dit komt doordat er zoveel op
ons afkomt en er tal van mogelijkheden zijn om onze tijd te vullen. Dat is zo
van lieverlee gegroeid en kan ons lelijk in de greep krijgen. Het gevolg is dat
je hierdoor een ‘burn out’ kunt oplopen. Hadden ze vroeger nooit van gehoord.

In
mijn jaren als jongeling, nog maar amper vijfendertig jaar geleden, heb ik het
overzichtelijke leven nog gekend. Een leven op de boerderij dat gekenmerkt werd
door zeven dag per week werken. Op zaterdag ging het gewoon door tot een uur of
zes of zeven ’s avonds. Op zondag werd er ook nog eens vier tot zes uur per dag
gewerkt. Daarnaast gebeurde er niet zoveel. Af en toe een verjaardag of
familiebezoekje. Uiteraard naar de kerk en aan vakantie deden we niet.
Televisie was er wel, en daar werd nu en dan ook een uurtje aan gespendeerd.
Naast de hormonen die op die leeftijd een rol spelen zorgde alleen de
hoeveelheid werk die er lag de enige stress. Erg overzichtelijk, maar ook
beklemmend. Ik verlang er dan ook echt niet naar terug. Een ‘burn out’ kreeg je
er wel niet van, maar je kon er wel op een andere manier aan onderdoor gaan.
Een oom van mij liep daar in de jaren dertig, nog langer geleden, geheel in
vast. Zijn interesses lagen op een ander gebied, hij las graag en voelde zich
in dat boerenbestaan ongelukkig, waarschijnlijk te ongelukkig. Het trieste voor
hem was, dat er geen ruimte was om zich daar aan te onttrekken. Uiteindelijk
heeft een opname in een psychiatrische kliniek hem verlost van dat bestaan.
Maar ja, in die tijd waren de behandelingen in die klinieken niet zo op maat
als in deze tijd en het gevolg was dat hij zijn hele leven in allerlei
klinieken heeft gesleten.

Zo
waren er in die tijd van ’toen was geluk heel gewoon’ wel meer methoden om je
te onttrekken aan de overzichtelijkheid van het leven. We kennen de verhalen
over de mannen die in die tijd het loon van een hele week of maand werken op
vrijdag contant betaald kregen en vervolgens eerst een café in te doken om in
dronken staat een deel van dat salaris er door heen te jagen.

 

Maar
waarom wijd ik zo uit over de drukte van ons bestaan? Omdat in de vorige editie
van de kanobabbels, of nieuwsbrief zoals het tegenwoordig ook wordt genoemd,
geen mijmering is verschenen. En u weet nu wel waardoor. Ik had het te druk.
Maar ik moet het bekennen, ik heb het geheel aan mezelf te danken met mijn
vrouw als medeplichtige. We moesten namelijk zonodig een ander huis kopen
waarmee we het jaar 2008 direct tot een druk jaar hebben gepromoveerd. De
verhuizing en het werk aan onze nieuwe woning komen weliswaar in het najaar,
maar het kopen van een huis en het vervolgens verkopen van onze huidige woning
was ook een tijdrovende aangelegenheid. We hebben aan  ons huidige huis ook nog aardig wat werk
verricht en ik moet bekennen dat ik klusjes heb gedaan waarvan ik me toen
afvroeg waarom ik die niet al jaren geleden heb gedaan. Afijn, dat is allemaal
achter de rug, maar de tussenliggende tijd moeten we weer benutten met
voorbereidingen voor de klussen die ons staan te wachten in ons toekomstige
huis. En in het jaar 2009 zal er ook nog wel een aardig staartje achteraan
komen. Dat krijg je als je zo nodig aan ander huis moet kopen. Soms denk ik wel
eens, waarom toch, we wonen nu ook prettig en hebben een heerlijke tuin. Maar
ja, vaak zijn onze wegen ondoorgrondelijk.

Heb
ik met al die drukte nog kunnen kanoën? Jazeker, in de eerste plaats heb ik met
het hele gezin een heerlijk WW weekje gehad in Sault Brenaz. Daar heb ik echt
van genoten. Het weer werkte goed mee en dat is wel een pré. Het WW varen
beviel me heel goed. Ik moet bekennen dat ik er altijd toch enigszins
gereserveerd tegenover stond. Al dat wilde onberekenbare water en een idee dat
het maar een koude bedoening is.  Maar
een aantal dagen achter elkaar op een WW baan oefenen met dit mooie weer gaf
mij daar een beter gevoel bij. Het water was nog wel koud, maar met mooi weer
en een goede wet suite gaat dat prima. En niet te vergeten, ook meer
zelfvertrouwen opgebouwd.

Kort
daarna het Pinksterweekend met nog mooier weer dan we in Frankrijk hadden. Ook
daar ontzettend van genoten. Heerlijke avonden waarop we gezellig met de club
buiten konden zitten en overdag genieten van een mooie omgeving en lekker
vaarwater. Een smetje was, dat ik de laatste dag ziek was.

Gewone
toertochten heb ik nog niet gevaren. De midzomeravondtocht had gekund, maar die
liet ik schieten voor Nederland-Rusland. Geen goede keuze achteraf.

Mijmering – Maa/Apr 2008

Hoe leuk is kano?n? Veel mensen vinden kano?n wel leuk, maar zullen nooit lid van een kanovereniging worden. Voor hen is kano?n iets wat je met mooi weer doet en ze kijken je met grote ogen aan als je hen verteld in de winter het water op te gaan. En bij kano?n in een zwembad kunnen ze zich al helemaal niets voorstellen.
Dat laatste moet op veel Lochemers inmiddels niet meer van toepassing zijn. Veel van hen zullen na een zondagmiddagje zwemmen in De Beemd plotseling een lading kano’;s door de deur naar binnen hebben zien schuiven. Sommigen besluiten nog even te blijven hangen en te zien wat er allemaal met die kano’;s gaat gebeuren.
Zij aanschouwen dan een spektakel van door elkaar heen varende en eskimoterende kano?rs, Njord heeft bezit genomen van het wedstrijd zwembad en voordat het serieuze oefenen begint, willen een aantal even lekker voor zichzelf met een kano aan de gang. Dat moet toch op zijn minst aanstekelijk werken en eigenlijk is het jammer als we het laatste deel gaan kanopolo?n, er geen buitenstaanders meer in het zwembad zijn. Het lijkt mij dat al dat gedol en gespeel met de kano’;s in het zwembad toch op aardig wat mensen aanstekelijk moet werken.
Maar goed, het blijft een illusie om te verwachten dat veel mensen zich tot het kano?n zullen bekeren. Het blijft een relatief klein aantal mensen dat actief kanood. En misschien is het maar goed ook, want willen we eigenlijk veel kano?rs tegenkomen als we rustig in een mooi water willen varen?

Is de liefde voor kano?n overdraaglijk naar je nakomelingen? Ik denk van veelal niet en ik put hierbij uit persoonlijk ervaring. Mijn oudste zoon ging al als baby van drie maanden voor het eerst mee in onze canadees. Daarna heeft hij vele tochten mee gevaren. Eerst als passagier en toen hij de leeftijd had op eigen kracht. In het begin vond hij zelf varen best nog wel leuk. En wij als trotse ouders natuurlijk ook, want laten we eerlijk zijn, Je wordt als ouder helemaal warm van binnen als je spruit voor het eerste jaar hele tochten mee kan varen. Maar toen kwam al vrij snel het moment dat zoonlief het saai begon te vinden en steeds moeilijker te bewegen was tot varen. En dan moet je het los laten en de lat lager leggen. De verplichting tot meevaren wordt dan teruggebracht naar enkele tochten per jaar. Ook het wild water varen kan hem niet bekoren, waarmee een verwijdering met onze kanovereniging, wat mijn zoon betreft, in gang is gezet.
Dit beeld zie ik ook bij andere gezinnen terug. Kinderen houden er nogal eens een andere opvatting op na wat het kano?n betreft. Waarmee toch vooral duidelijk is dat kano?rs een uniek soort zijn.

Mijmering – Jan/Feb 2008

Het jaar 2007 zit er weer op en als er ??n ding centraal stond, dan was dat wel het milieu. Spaarlampacties, de EU die zich buigt over vervuilende auto’;s en Marianne Thieme die beweert dat vlees eten slecht is voor het milieu en in een soort zendingsdrang daar maar eens een film over heeft gemaakt. Volgens haar kun je nog beter in een Hummer rijden dan een koe houden. Ik geloof dat die auto populair is geworden door de Rambo-films. Nu heb ik die films nooit gezien, want ik was bang dat mijn hersenen er van zouden degenereren, dus heb ik me moeten laten voorlichten over wat een Hummer is.
Een Hummer is een of ander lomp vehikel dat 1 op 3 rijd of zoiets. Marianne ziet dus liever een Hummer rijden dan koeien in onze weilanden lopen. Haar stelling schijnt wel flink te rammelen, maar daar ga ik nu niet op in. Wel zie ik liever vanuit mijn kano koeien in een weiland grazen dan allemaal Hummers rond rijden. Ik weet niet of deze esthetische kant van de zaak Marianne koud laat. Ze zou eens een avondje met onze onvolprezen schrijver Koos van Zomeren moeten praten. Niemand die beter dan hij kan beschrijven hoe mooi en intelligent koeien zijn. Nu weet ik ook wel dat Marianne niets tegen koeien heeft en juist voor de dieren partij kiest, maar als zij en haar kompanen hun wereldbeeld doorgevoerd zouden krijgen, zou Nederland er wel even anders uit zien. Dan zou het gedaan zijn met de veehouderij in ons land. Hier en daar een enkele koe of varken in kleine en sporadisch voorkomende weilanden. Wat meer schapen en paarden, maar het aantal landbouwhuisdieren in Nederland zal dan een schijntje van nu zijn. Ontzettend veel dieren zouden dan het levenslicht niet meer zien. Dus wat niet geboren wordt dat hoeft niet te sterven en wat niet leeft kan niet lijden. Daar gaat het Marianne geloof ik om. Nu kan ik daar als boerenzoon best een eindje in mee gaan. Ook ik vond het vroeger op de boerderij maar triest als koeien een kort leven was beschonken en dat gold met namen voor de stiertjes die in die tijd zeker als kistkalveren een kort en erbarmelijk leven hadden. Gelukkig is daarin wat verbeterd, maar kort leven ze nog steeds, wat ook voor veel varkens en lammeren geldt. Om die reden ben ik zelfs een tijdje vegetari?r geweest. Maar ik vind het principe dat je geen dieren mag doden voor je voedselvoorziening maar een beetje raar als het in de natuur de normaalste zaak is dat de ??n zijn dood de ander zijn brood is. Maar we kunnen zeker kritisch zijn in onze vleesconsumptie. Elke dag vlees eten is zeker niet nodig en dan vlees kopen dat afkomstig is van dieren die een beetje een goed leventje hebben gehad lijkt me dan nog het minste wat we kunnen doen. En dat is inderdaad niet het goedkope vlees.

Maar dit alles heeft uiteindelijk niet veel met kano?n te maken, of het moet Njords jaarlijkse barbecue zijn. De vraag kan wel worden opgeworpen of kano?n een milieuvriendelijke bezigheid is. Het ligt voor de hand te denken van wel. We bewegen ons tenslotte voort op lichaamskracht. Maar zo eenvoudig is het niet. Wat te denken van het transport, waarbij nogal eens forse afstanden worden afgelegd. Wat we ook niet over het hoofd moeten zien is de productie van de kano’;s, peddels, spatzeilen, wetsuits en andere attributen. Allemaal toch wel milieubelastend en je kunt zelfs uitrekenen hoe milieubelastend het allemaal is, maar dat ga ik niet doen.
Ook hiervoor geldt, stoppen is niet nodig, maar er wel bewust mee omgaan. Gelukkig worden de productieprocessen steeds minder milieubelastend en heeft de EU de auto-industrie de wacht aangezegd. Ze moeten werk maken van schonere auto’;s. Dat maakt dat ik minder bezwaard in mijn kano kan stappen. Wel even letten op energiezuinig rijden. Een Duitse auto is geen pre, naar het schijnt zijn die het meest milieubelastend. Laat ik nu een 12 jaar oude Volkswagen diesel rijden waar ook nog geen roetfilter voor te krijgen is. Maar bij een zuinige rijstijl rij ik er gemakkelijk 1 op 20 mee. Met kano’;s op het dak of een kanokar er achter zit dat er natuurlijk niet in en ook als ik met mijn kompanen van de PWBZ op pad moet komt er van energiezuinig rijden niet veel terecht, ga maar na als je volgens Eric in anderhalf uur naar Neuss kan rijden. Maar verder, wie doet me dit na. Zo sus ik mijn geweten en is mijn kerst niet verknald. Nu het woord kerst toch is gevallen, wat eten we met kerst? Vroeger was bij ons thuis een gevleugeld dier het ultieme kerstmaal en dat blijkt nu geen slechte keus te zijn geweest. Want het eten van kip is het minst milieubelastend. Maar een kerst zonder vlees kan natuurlijk ook en is me zelfs liever, komt toch weer even die oude vegetari?r in mij naar boven.
Gelukkig voor de lezer ligt bij het lezen van dit stukje de kerst al weer achter ons.
Alleen het vuurwerk moet nog worden afgestoken. Het schijnt dat het milieu hierbij ….. Ik wens jullie een heel gelukkig en milieuvriendelijk 2008 toe.

Mijmering – Nov/Dec 2007

Vanuit het raam kijkend zie ik mooie herfstkleuren. Tot nu laat oktober zich van zijn beste kant zien. Heerlijk weer om bij te mijmeren. Het doet me denken aan de herfst van vorig jaar, ook mooi met gemiddeld hoge temperaturen. Wat ik me er vooral van herinner is dat de bladeren zo laat vielen. Ten tijde van de afsluitingstocht in de vorige herfst waren er nog veel bomen met groene bladeren. Toen was de herfsttooi aanzienlijk later dan nu. Dit jaar dus vroeg het blad van de boom, wat volgens sommige ijverige voorspellers een voorbode is voor een koude winter. We zullen zien, voorlopig moeten we nog op de eerste nachtvorst wachten.
De natuur, het buiten, houdt ons kano?rs bezig. Altijd kijken we hoe het weer is. We monsteren onze groene omgeving. Kijken naar de lucht en houden ons met de weersvoorspelling bezig, ook als we niet hoeven te kano?n. We genieten van het zonnetje en ons humeur verslechterd als het vaak regent. Er zijn ook mensen die verder gaan. Zij besturen facetten uit de natuur, observeren planten, tellen vlinders of houden zich bezig met het wel en wee van de zeearenden in de Oostervaardse plassen.
Zo worden ook de wilde zwijnen op de Veluwe geteld, met een natte vinger dan wel.
Er schijnen daar veel te veel wilde zwijnen te zijn met als gevolg voedselschaarste, veel omgewoelde grond en overlast voor de mensen die er wonen. Een probleem dus, wat zich niet vanzelf oplost omdat de natuurlijke vijanden ontbreken. Een natuurlijke selectie door ziekte en honger, zoals in de Oostervaarders plassen gaat hier niet op. De Veluwe is hiervoor een veel te open natuurgebied. Dus moet onze regering hierover vergaderen. Het schijnt onder verantwoording van minister Verburg te vallen. Zij zag de jacht als oplossing, maar daar is de tweede kamer weer op tegen. Er wordt gesproken over drukjacht toe te passen. Dit is het zogenaamde ??n op ??n jagen. E?n jager trekt met ??n drijver het bos in het probeert wat zwijnen af te schieten.
Een andere vorm van jacht is de drijfjacht, waar het koningshuis zich altijd ook al mee vermaakt heeft. Drijfjacht wordt door velen toch wel als barbaars gezien, daarom is het Koningshuis daar vrijwillig mee gestopt. Vroeger heb ik als kind enkele malen de drijfjacht op hazen mogen aanschouwen. De hazen werden opgejaagd door drijvers en recht in de loop gedreven van de geweren van de jagers. Ik vond dat zo laf en de jagers hebben het voor mij voor het leven verbruid. Niet dat ik helemaal tegen jagen ben, maar ik walg er van als mensen er plezier in hebben om puur uit plezier dieren dood te schieten.
De drijfjacht op zwijnen schijnt nog erger te zijn als ik de verhalen mag geloven. Het zouden ware slachtpartijen zijn.
Ondertussen zitten we wel met het dilemma van teveel wilde zwijnen. Het grootste deel van de tweede kamer is dus zo sentimenteel dat er niet op gejaagd mag worden. Dit is een bevreemdend gegeven. Dat de partij van de dieren er op tegen is kan ik me heel goed voorstellen. Het zou een waardeloze partij zijn als zij voor zouden zijn. Voor deze partij zijn de dieren heilig zoals de koeien dat zijn in India. Laten we hopen dat deze partij het maar op een paar zetels houdt en gewoon een beetje het (dieren)geweten van Nederland blijft. Groen Links zit met het imago van wij zijn zeer voor de natuur en daar voelt jagen erg ongemakkelijk bij. Maar de andere partijen die tegen zijn zullen toch heus niet uit enkel vegetari?rs bestaan. Dus dat brengt mij bij de vraag wat deze Kamerleden er toe beweegt om tegen deze jacht te zijn. Zij eten zonder gewetensnood toch minstens enkele malen per week een stukje vlees en ik vermoed zelfs elke dag. Wat kan er dan voor hen in hemelsnaam op tegen zijn om wilde zwijnen te doden en op te eten als er toch veel te veel zijn? Als we ze zelf niet willen doden en opeten, dan moeten we daar de predators voor inschakelen, wat blijkbaar minder zielig is. Dat zijn dus o.a. wolven, beren en dergelijke. Maar die willen we niet in onze natuur. Dat vinden we gevaarlijk. Wel halen we allerlei vriendelijk grazers naar ons land, die zich vervolgens rijkelijk voortplanten en vervolgens weer voor een probleem zorgen die niet met jacht mag worden opgelost.
Na de Schotse hooglanders en de Konikspaarden, hebben we nu ook sinds kort de Wisent, oftewel de bizon, in ons land. Er zijn er vier uitgezet in een duingebied in Noord-Holland. Als de proef goed bevalt, zullen er meer komen. Ik vind het prima, maar ook hier zullen er weer teveel van komen. We kunnen natuurlijk altijd weer Indianen inhuren om op ze laten jagen. Een stukje folklore uit het oude wilde westen.
Goed voor het toerisme en de plaatselijke horeca. Als het geld gaat rollen mag er altijd meer. Bovendien vinden we oude culturen en folklore ook belangrijk. Ook een kwestie van identiteit. Om je identiteit te voeden schijnt dat heel belangrijk te zijn. Zo is er de Makah stam, in Noord-Amerika, die het vanuit hun culturele behoefte aan identiteit zo nu en dan een walvis moeten doden. Dat is een hele onderneming. Zij doen dat vanuit kleine bootjes en gebruiken speren. Gaat dus niet zo snel en vast ook niet zo leuk voor die walvis. Maar de jonge mannen aldaar schijnen er veel zelfvertrouwen door te krijgen. De walvisvangst is verboden, maar deze stam schijnt daar ontheffing voor te hebben gekregen. Misschien moeten we ons koninklijk huis ook zo nu en dan ontheffing geven vanwege een stukje Hollandse folklore, wilde zwijnen schieten met drijfjacht. Wordt de Hollandse identiteit weer ook een beetje opgeklopt.
Overigens las ik recentelijk in de krant, dat koningin Beatrix ooit in haar jonge jaren voor een wild zwijn heeft moeten vluchten, wat haar problemen met een knie heeft opgeleverd. Zou dat zwijn het hebben geweten van die drijfjachten?

Mijmering – Sep/Okt 2007

MIJMERINGEN VANUIT DE KANO

Hoe sportief ben ik? Dat vraag ik mezelf niet vaak af. Ik vind mezelf sportief en ben nooit op het idee gekomen daar een cijfer aan te geven. Daar is inmiddels wat aan gedaan en wel door het dagblad de Stentor, die mij ongenadig over de sportieve meetlat heeft gelegd. Voor diegene waarbij nu de vraagtekens voor de ogen beginnen te dansen, de Stentor heeft sinds kort een nieuwe rubriek in de maandag-editie. Hierbij wordt een streekgenoot die lid is van een sportclub een tiental vragen voorgelegd. Aan de hand van de antwoorden op die vragen wordt een cijfer toegekend. Dat ik deze keer over de meetlat werd gelegd kwam waarschijnlijk doordat ze bij de Stentor Njord goed in het vizier hebben, waarvoor ik ze prijs, en de tweede reden is dat onze voorzitter op vakantie was, wat toch enigszins laf was.
De meetlat had drie vragen over sportkennis en wat ik eigenlijk niet had verwacht, ik wist ze geen van drie goed te beantwoorden. Twee ervan nam ik mezelf niet kwalijk. De eerste ging over honkbal en dat interesseert me echt niet. De derde over amateurvoetbal in regio oost en dat volg ik niet, maar de tweede vraag deed het schaamrood me naar de kaken stijgen. Ik kon niet zeggen waar het WK kanovaren werd gehouden. Was me dus even ontgaan. Nu kan ik mijn dagblad Trouw hiervan ook wel een beetje de schuld geven, want deze krant is wat karig met de sportberichtgeving. Dat ik me met drie sporten bezig houdt, kon men van de meetlat wel waarderen. De onvermijdelijke vraag hoe vaak ik kano, was toch even lastig. Dat kan per maand erg verschillen, dus moest ik er een slag naar doen en schatte twee maal per maand, gemiddeld dus. Voor diegenen die het stukje niet hebben gelezen, ik behaalde het magere cijfer 6,5.

Gemiddeld twee keer per maand in de kano? Ik heb het niet nagerekend maar van de maand december is zeker dat de frequentie nul is. Dit in tegenstelling tot januari en februari, want dan gaan we het zwembad in, met kano. De maand augustus scoort dit jaar ook een keertje nul. Enerzijds doordat een keertje kano?n in Vorden niet doorging en anderzijds doordat ik tijdens mijn zomervakantie nooit kano. Even geen gesleep met kano’;s. Dat wil niet zeggen dat het kanovaren die weken uit mijn gedachte is. Dat lukt niet als je iedere vakantie toch weer water opzoekt. Ook dit jaar water in overvloed tijdens mijn vakantie in Denemarken. Locatie Hǿrsens, een stadje gelegen aan een fjord dat verbonden is met de Oostzee, zo’;n dertig kilometer onder Arhus. De eerste en beste avond zien we kano’;s op het fjord, wat iedere avond weer het geval zal zijn. De eerste en beste dag dat we het stadje per fiets gaan verkennen stuiten we al snel op een kanoclub. Een handvol dames was bezig de kano’;s te water te laten en wij mochten wel even in hun clubgebouw kijken. Omdat de deuren van de stalling wijd open stonden, konden wij die vraag niet binnen houden.

[img]afbeeldingen/website/mijmering2007sep.png[/img]

Het clubgebouw van steen zag er goed uit. Een nette berging voor de kano’;s waar voornamelijk K1′;s lagen, aldus Lidy want die heeft daar een betere kijk op. Voor de kano analfabeten, K1′;s zijn snelle, instabiele en ranke kano’;s. Denk maar aan onze Eska. Wij verbaasden ons daar in eerste instantie over, want zo fjord kan best wel ruig zijn. Later snapten we dat wel. Op zo’;n groot fjord schiet je voor je gevoel totaal niet op wat afstand betreft en met een snelle kano ervaar je dat duidelijk anders. De kano’;s zagen er zeer goed verzorgd uit en lagen er glimmend bij.
Verder bevatte het gebouw een goede kleedruimte en een ruimte om te trainen op enkele sport-toestellen. Het kantine gedeelte was wat karig, mogelijk steken de Denen niet zoveel tijd in sociaal contact. Deense vrouwen werken allemaal en meestal ook meer dan een paar dagen. Veel Denen wonen dan ook in prachtige huizen met veelal ruime tuinen. Dus naast de baan ook thuis veel te doen.

Overal waar water was, zagen we kano’;s. Een vaarlustig volkje dus, die Denen. Overigens zagen we ook voortdurend sportfietsers en niet te vergeten, joggers. Op ieder moment van de dag kom je joggers tegen. Een sportief en gezond volk, die Denen want op de calorie?n wordt ook gelet. Melkproducten zijn mager en verder is er veel light. Wij hebben de Denen niet langs de sportieve meetlat gelegd. Communiceren met de autonomen doen wij op vakantie niet zo gemakkelijk. Denen zijn volgens een daar sinds acht jaar wonende Nederlands vrouw ook niet zo vlot in contacten. In ieder geval waren er wel uitzonderingen. De vrouwelijk helft van het camping-duo (camping Husodde) was zeer vriendelijk en praatte makkelijk. Op de eerste hulp van het ziekenhuis troffen we ook een vriendelijke en vlot pratende man. Wat wij op de eerste hulp deden? Zoon Gijs-Jan moest zo nodig gevaarlijke capriolen uithalen op een springkussen van de camping, kwam helemaal verkeert naast het opgeblazen springgeval terecht en brak zijn pols. De vakantie werd direct een stuk minder sportief. Fietsen hebben we haast niet meer gedaan. De vriendelijke Deen was er voor zijn zoontje, die zijn elleboog had gebroken. Ook uit een of ander speeltoestel gevallen. Overigens kwamen we die meneer later nogmaals tegen op het middeleeuws feest van het stadje. Toch een leuk toeval.

Mijmering – Jul/Aug 2007

?Kano?n is het saaiste wat er is?, zijn de woorden die ik dit jaar al enkele malen uit de mond van mijn oudste zoon kon optekenen. Hoewel bijna in de kano opgegroeid, hij zat met drie maanden oud al voor het eerst in een kano, is er nu bij hem een aversie tegen kano?n aan het ontstaan. Dit ‘;natuurverschijnsel’; neem ik ook in andere gezinnen waar als een kind de 10 jaar gepasseerd is. Twee ouders die graag kanovaren helpen hier dus geen lieve moedertje aan.
Zelfs rekening houden met hem door hem minder vaak mee te nemen, geeft hier geen positieve wending aan. Integendeel, gezien zijn opmerking nadat we huiswaarts keerden van het Pinksterkamp. ?Je moest eens weten hoeveel weekenden wij per jaar aan het kanovaren verspillen ‘;, was zijn commentaar van achteruit de auto terwijl ik mij moest concentreren op de smalle landweg net buiten Oudega. Dat zijn er dit jaar dus maar liefst drie, het Pinksterweekend en een week naar de Duitse Lahn. Tja, hier is dus ieder weekend al ??n te veel. Het opleuken van het kano?n met een kampeerweekend en een trektocht op een mooie rivier doet daar dus niets aan af.
Tijdens het Pinksterkamp heeft hij zelfs een anti-kano lied gecomponeerd. Hoewel hij wel toegaf dat de Lahn leuker was dan hij had verwacht. Een pleister op onze wonde, net als het feit dat in de familie Kers exact het zelfde speelt.

Of kano?n als saai of leuk wordt ervaren, is duidelijk persoons-, en dus ook leeftijd gebonden. Wat ook veel invloed heeft zijn de omstandigheden. Behalve dat je geen (bijna) puber bent is een belangrijke voorwaarde dat je je prettig voelt in je kano. De kano moet bij je passen, je moet er als het ware in kunnen wonen. En ga je varen op het Twente kanaal, dan hebben de meesten het ook al snel gezien en willen van het water af.
In de eerste plaats vind ik het leuke aan kano?n het op het water zijn en het bewegen, dus gewoon het peddelen. Natuurlijk gaat het alleen peddelen na een tijdje vervelen en heb ik een inspirerende omgeving nodig. Vijf keer per jaar op de Berkel werkt bij mij toch al wel demotiverend. Het is juist leuk om in vari?rende omgevingen te peddelen. De ene keer in een gracht, dan weer een prachtig riviertje en dan weer eens op de Friese meren. Wat mij betreft is kano?n geen mooi weer sport, ik doe het niet zo graag bij warm weer. Ik kano dan liever met wat ruig weer op een plas, waarbij het water me om de oren spat. Slechte weersverwachtingen zijn voor mij geen reden om thuis te blijven. In de eerste plaats heb je tijdens het kano?n niet zo veel last van een beetje regen en in de tweede plaats valt het in negen van de tien keer reuze mee met het verwachte slechte weer.

Dan nu nog de wapenfeiten die ik kan voorleggen. De Linge weer eens bevaren, dat was weer lang geleden. Bij mooi weer en tijdens de bloesemtijd. Hoewel je daar van af het water niet al te veel van zag.

[img]http://www.lkv-njord.nl/images/mijmering2007a.jpg[/img]
Op de Lahn in Duitsland een trektocht van vijf dagen gemaakt met eigen gezin en de familie Kers. Met prachtig weer, wat vooral prettig was bij het kamperen. ‘;s Avonds was het buiten ook goed toeven en de Lahn is een prachtige meanderende rivier met pittoreske stadjes en dorpjes. Opvallend was dat veel huizen wit waren. Dat stak wel mooi af tegen de groene heuvels en berghellingen. Meestal beboste oevers, die vaak over gingen in een heel steile helling. Een enkele keer geen bomen, maar een akker, oftewel wijngaard. Fascinerend om te zien en stof tot nadenken. Hoe kun je op zo’;n steile helling, ik schat 45 graden, aan die struiken werken?
Mooie, mooie Lahn, bijna ieder plaatsje heeft een kasteel. Als we alles hadden willen bezichtigen, dan hadden we er nog eens vijf dagen extra nodig gehad.

[img]http://www.lkv-njord.nl/images/mijmering2007b.jpg[/img]
De eerste dagen van onze tocht was het druk met kano’;s op de rivier. Het was rond 1 mei, dus de Duitsers hadden wat extra vrij. De sfeer was heel relaxed. Bij het mooie plaatsje Runkel was het gezellig druk aan het water. Iedereen leek te genieten van het prachtige weer en het mooie zicht op het stadje en het water. De gedachte kwam in mij op dat dit de ideale omstandigheden waren om geen oorlog en andere narigheid te hebben. Het gaf me een sterk vredig en ruimhartig gevoel. Het deed me goed begrijpen dat als je in een arm, warm en droog land leeft, geen werk en onder slechte omstandigheden, je gemakkelijk in de verleiding komt om je bij allerlei gewelddadige groepen aan te sluiten. Dit om een ellendig bestaan te ontvluchten.

Het Pinksterkamp weer eens in Friesland gevaren. Het voelt toch wel lekker op die meren en grote plassen. Het kamp leek me geslaagd. De groep was wat kleiner dan we gewend zijn, maar het was heel bijzonder dat iedereen elke dag in de kano is gestapt. Niet ??n die een dagje verstek liet gaan. Met vijf man hebben we ook eenmaal een tochtje in het donker gemaakt. Met verlichting, daartoe uitgedaagd door Berend. Mooi om te zien hoe ieder op eigen creatieve wijze verlichting op de boot of zichzelf had aangebracht. Vooral die van Berend was heel indrukwekkend groot en sterk van constructie, daar kon je zo een treintje van tien kano’;s aan hangen. Hans had helaas zijn hoofdverlichting, dat meer op een disco leek, in de tent achter gelaten, anders waren op kilometers afstand te zien geweest. De oplettende thuisblijver zal weten dat de weersverwachtingen voor Pinksteren slecht waren. Zoals zo vaak viel dat dus reuze mee. ??n nacht en de maandagmiddag regen, verder droog en zelfs wat zon. Overigens geen wind gehad, en dat in Friesland.

Mijmering – Mei/Jun 2007

Laatst met Njord weer eens in de Weerribben gevaren. De laatste keer was dat met het Pinksterkamp in Blokzijl. Toentertijd met mooi weer. Hoewel we toen wel met fikse buien met onweer en hagel zijn overvallen. Die er bij waren weten vast nog wel dat dit met grote hagelstenen gepaard ging, waarmee we tijdens een tocht werden overvallen.
Nu was het dus in de eerste week van maart dat we met een groep van acht een natuurgebied invoeren waar het nog geheel rustig was. Een groot contrast met de zomer. Wat we tegenkwamen was alleen een andere kanoclub en wel de Peddelaars uit Zwolle. Er was ons mooi weer beloofd, maar er hing een behoorlijke mist die zich pas ‘;s middags liet verdrijven door een heerlijk zonnetje.
Maar ook met mist is De Weerribben mooi en het landschap werd er niet minder fascinerend om en leende zich goed om wat weg te mijmeren. Vooral toen de dames zich van de heren afscheidde door wat achterop te blijven, waren er momenten van voldoende stilte om al mediterend en in trance achter de vaarleider aan de peddelen. Als je kanood moet je ook de eerste kilometers nog de beslommeringen van alle dag van je afschudden. Daarna kun je je overgeven aan het water (niet letterlijk, want daar zitten je vaargenoten niet op te wachten) en de natuur om je heen. Het gaat er om dat je je openstelt en probeert ??n te worden met je omgeving.
Eigenlijk lukt dat niet zo goed als je in een groep vaart. Daarmee kom ik bij de kern van het probleem van het varen in verenigingsverband. Ik vaar haast nooit alleen. Dat lijkt me ook eens heerlijk, maar door de vele uurtjes die ik al met Njord doormaak, komt het er niet van. Zou ik het anders wel doen? Want om met de woorden die Gabri?lle die ochtend uitsprak te spreken, zou je op dit tijdstip van het jaar onder dergelijke weersomstandigheden wel alleen het water op gaan?
Waarschijnlijk niet, was onze conclusie. Dus leve Njord, anders zou ik mooie momenten als deze missen.
Maar goed, als je dus niet in je eentje kunt mijmeren in de groep, ga je met elkaar wat filosoferen. Vaste prik is de opvoeding en de perikelen rondom de hedendaags jeugd, een gewild onderwerp, vooral omdat er altijd wel enkele onderwijsmensen in de groep zijn. Of je hebt het over beroemdheden zoals Britney Speers. Een over het paard getild popidool dat lijkt te denken dat alles om haar draait en dat ze zich alles kan veroorloven. Hoofdschuddend bespreken we dan lotgevallen en capriolen van dit soort bekende personen. Altijd weer drugs, alcohol, scheidingen, conflicten en affaires. Niet bepaald om jaloers op te zijn. Velen kunnen dit niet aan en sommigen stappen uit, zoals dat wel wordt genoemd.

Later dacht ik nog eens over mijn geheugen na omdat ik veel namen van die beroemdheden niet paraat had. Ja, mijn geheugen wat zo richting de vijftig toch wat meer te wensen overlaat. Nu was ik in namen onthouden toch al zwak. Helaas wordt dat als maar erger. Het gebeurd te vaak dat ik vijf minuten nadat iemand zich heeft voorgesteld, diens naam al weer kwijt ben. Herkenbaar? Vast wel voor de ouderen onder ons.
Maar ons geheugen is een wonderlijk iets. In deze ICT-tijd ook wel omschreven als een harde schijf. Vroeger hadden we het over een kast met laden. Zo kan het dus gebeuren dat een gebeurtenis wel ergens opgeslagen ligt in een laadje maar mogelijk nooit meer terug wordt gevonden. Om dat terug te vinden moet je een handje geholpen worden doordat iemand anders het benoemd, of door iets wat je ziet of hoort wat je plotseling de gebeurtenis doet herinneren.
Een voorbeeld dat ikzelf recent meemaakte is dat ??n van mijn broers refereerde aan een gebeurtenis uit onze jeugd, waarbij hij mij flink had uitgekafferd vanwege een fout die ik maakte. Toen hij het noemde moest ik even moeite doen, maar toen kwamen er stukjes herinneringen van boven. Deze gebeurtenis zat diep weg en ik weet bijna wel zeker dat ik hem niet meer uit mezelf boven had weten te halen. Want hoe kun je naar een gebeurtenis in je geheugen gaan zoeken als je deze niet meer herinnert? Je moet eerst namelijk weten wat je wilt gaan zoeken. Het scheelde ook omdat het een voor mij vervelende gebeurtenis was. Zoals we weten vergeten we juist vooral de vervelende dingen, vooral uit onze jeugd. Maar ook zonder hulpmiddelen en hulp van anderen kun je dingen boven halen. Daarvoor moet je in een soort meditatieve toestand verkeren, wat we allemaal kunnen. Een voorbeeld. Zo’;n 25 jaar geleden heb ik een ziekenhuis in Breda gewerkt. Dat werd in die tijd gefuseerd en vervolgens afgebroken. In mijn eerste poging het te herinneren was het heel vaag. Toen ik me er op concentreerde plaatste ik mezelf in het deel van het gebouw waar ik de meeste tijd had gewerkt en ging het vervolgens in mijn gedachten verkennen door er vanaf dat punt doorheen en omheen te lopen. Daarmee kwamen van lieverlee weer allerlei details boven. Het hielp ook om allerlei gebeurtenissen weer boven te halen. Hierbij gebeurde twee dingen die elkaar versterkten. Door in mijn gedachten door het gebouw te gaan, kwamen er weer herinneringen aan gebeurtenissen boven en door gebeurtenissen naar boven te halen herinnerde ik me weer details van het gebouw. Zoiets kun je zo sterk doen dat je in je beleving terug gaat naar die tijd.
Een leuke en ook fascinerende ervaring wat me bij de vraag brengt in hoeverre je je leven opnieuw kan beleven. Dit schijnt met hypnose aardig te kunnen.

Tenslotte de natuur en niet te vergeten de klimaatverandering. De scepsici onder ons moeten nu toch wel overtuigd raken. Sinds vorige lente laat iedere maand bijzondere dingen zien. Na een natte en zachte winter worden we door april verrast met warmte, veel zon en geen regen. De boeren zijn aan het beregenen, wat nooit eerder voorkwam in april. Nu beregenen boeren nog niet zo heel lang, maar toch.
De natuur in ons land lijkt van slag en er is geen peil meer op te trekken. Hoewel er zich een nieuw patroon lijkt te ontwikkelen waarbij zich perioden van droogte en veel regen lijken af te wisselen.
Alles nu dus zeker een maand vroeger, wat de bollentocht in mei plaats doet vinden zonder dat er nog een bol te zien valt. De Lingetocht komend weekend daarentegen vindt plaats in een volledig bloeiende Betuwe. Een geluk want eigenlijk was deze niet goed gepland. Gewoonlijk staat de Betuwe begin mei in de bloesem. Sneu voor de toercommissie dat zij met dit onvoorspelbare klimaat dit soort tochten nog moeilijk op de juiste tijd kunnen plannen.

Mijmering – Maa/Apr 2007

Het weer blijft onderwerp van gesprek. Ook ik kan het deze mijmering niet laten. De vorige mijmering vroeg ik me al af wat 2007 zou brengen. Het eerste wapenfeit liet niet lang op zich wachten. Nu verpletterde januari het record van de hoogste temperatuur ooit in januari gemeten. Februari leek even wat winter te brengen maar bedacht zich snel en het lijkt nu wel of de lente al voor de deur staat. Tja, met zo’;n winter ga je mijmeren over vroeger. En dan pakweg veertig jaar geleden, mijn kinderjaren dus. De winters duurden toen veel langer, maar zoals iedereen weet die een beetje ouder wordt, is de tijdbeleving in je kinderjaren wel even anders. Maar er waren vast ook een groter aantal vorstdagen. Ik herinner me aardig wat winters de schaatsen onder te hebben gebonden. Ik waande me dan Kees Verkerk en schaatste de sloot bij ons huis eindeloos op en neer, waarbij ik heel wat fictieve wedstrijden heb gewonnen, soms met maar een schaatslengte voorsprong. Daarbij droeg ik laarzen waar de houten schaatsen werden ondergebonden. Onbegrijpelijk dat ik daar nog een beetje op kon schaatsen, echt geweldig ging het dan ook niet. Waarom ik geen schoenen gebruikte? Wij droegen alleen maar schoenen als we naar school gingen of naar de kerk. Verder liepen we buiten altijd op laarzen, dat je dus met schoenen zou gaan schaatsen, kwam niet in ons op en waarschijnlijk had het niet eens gemogen. Het waren toen de hoogtijdagen van Art en Keessie. Ja, dat wedstrijd schaatsen is ook niet meer zoals het geweest is. In die tijd waren er in de hele winter maar twee weekenden met schaatsen op de televisie. De Europese en de wereld kampioenschappen. Misschien werden de dames, toen nog in een ander weekend, ook nog uitgezonden, maar ik kan me dat niet herinneren. Mogelijk was ik daar niet in ge?nteresseerd, sorry dames. De romantiek die het schaatsen toen had, is in mijn ogen niet meer. Altijd in de open lucht onder wisselende weersomstandigheden. Hierdoor kon het weer van invloed zijn op de eindklassering. Toen zag je ze nog al eens in de sneeuw schaatsen, of op ijs dat zacht werd en waar zelfs water op kwam te staan. Iedereen zat op de punt van zijn stoel als Art of Keesie moesten rijden, wat was dat spannend. En prachtig als ze wonnen, maar ook een kater als ze verloren. Ja, zo is het niet meer, hoewel de sfeer in het Thialf stadion ook geweldig schijnt te zijn, maar daar kom je haast niet meer aan een kaartje. Toch vind ik het nog steeds leuk om naar te kijken. Ze gaan veel harder en de techniek is prachtig, fascinerend om te zien. Toch zal ik geen halve dag meer voor de buis gaan zitten, laat staan drie halve dagen. Niet dat ik het niet boeiend genoeg vind, maar, en dat is ook een verschil met vroeger, ik heb teveel andere dingen te doen. Een ander schaatsevenement wat lijkt te lijden onder de klimaatverandering is de elfstedentocht. Van de elfstedentocht zijn er officieel 15 gereden, waarbij in 1909 de eerste en de laatste in 1997. We zitten dus al weer 10 jaar te wachten. Dat is op zich niet ongewoon als je bedenkt dat er dus in de hele vorige eeuw maar 15 tochten zijn gereden. Daarbij werd in 1963 de twaalfde gereden. Daarna hebben we 22 jaar moeten wachten tot er in 1985 weer eens een elfstedentocht kon worden gereden en warempel in 1986 nog een keer. Beide tochten werden door Evert van Benthem gewonnen, die kleine held. Een boer nog wel, wat hem nog meer mijn held maakte. Het was dus niet ongewoon als er een hele tijd tussen twee tochten inzat. De jaren veertig was met vier tochten een grote uitzondering. Maar liefst drie op een rij, 1940,1941,1942 en nog eens ??n in 1947.Ik heb er dus drie bewust meegemaakt. In 1963 was ik 7 jaar, maar ik herinner me er niets meer van. Die van 1985 was geweldig. Ik voelde me heerlijk euforisch bij de prachtige beelden op de TV. Het was voor het eerst dat er een rijdende camera met de schaatsers meereed, op het ijs dus. We konden de wedstrijd helemaal volgen en het was heerlijk spannend. Het was mooi weer met zon, dat gaf prachtige beelden wat ook bijdroeg aan mijn euforisch gevoel die dag. Geweldig, wat was dat mooi om te zien, die prachtige beelden, tegelijkertijd met die hero?sche prestatie van de schaatsers. Wat was het leven mooi.Alles is de eerste keer mooier en intenser. Een jaar later was het allemaal minder intens. De sensatie van de eerste keer met die rijdende camera was toen al een stuk [i]Evert van Benthem[/i] minder. Die van 1997 herinner ik me nog vaag. Bijna alles wordt gewoon als je het vaker meemaakt.

Mijmering – Jan/Feb 2007

Een ieder die wel eens in zijn of haar eentje fietst, weet dat je dan, wanneer je een flink stuk fietst, ook vanzelf aan het mijmeren slaat. Zo eens per week stap ik op mijn oude racefiets en ga er op uit. Even het hoofd leeg laten waaien en de longen goed ventileren. De spieren lekker laten werken en de geest weer even de ruimte geven. Mijn geest kan dan alle kanten opfladderen en het hangt ook van de tijd van het jaar af wat ik zoal mijmer. Zo fietste ik de afgelopen herfst door de weilanden en gingen mijn gedachten en mijn gevoelens terug naar mijn jeugd. Het was een mooie late herfstdag en de geur van die dag vermengd met de agrarische geuren en het zien van de koeien bracht me weer helemaal terug naar mijn jongelingsjaren thuis op de boerderij. Ik voelde weer hoe het was, en met nostalgie. De mooie herfstdagen met ochtendmist waardoor de koeien niet in de wei te zien waren. Je moest gaan lopen om ze te vinden. Dan liep ik door een haast compleet stille wereld de koeien te zoeken, ik vond dat een sensationele ervaring, omdat ze zo uniek was en ik nog zo jong was. Het kwam ook wel voor tijdens de aardappel- of bietenoogst dat we ’s ochtends in de mist verder gingen waar we de dag ervoor waren gebleven. Met de machines vaak nog ijskoud was het nog vaak kleumen in een kleine grijze wereld. Als we pech hadden bleef de mist lang hangen, maar meestal trok ze in de loop van de ochtend door de invloed van de sterke zon weg en het was een prachtige ervaring die witte deken zachtjesaan om je heen zien te verdwijnen. Je wist dan dat er een stralende dag aan zat te komen en dat gaf mij altijd een gelukzalig gevoel.

Wat e afgelopen herfst opviel was dat er totaal geen mist was en de nachtvorstjes lieten het ook afweten. De eerste mist zagen we vlak voor de kerstdagen. Al met al was het erg zacht deze herfst. En ook het begin van de winter is alles behalve winters, hoewel het tijdens de kerstdagen best guur was.
Eens las ik dat onder invloed van de klimaat-verandering onze zomers droger en warmer worden en de winters zachter maar natter zullen worden. Deze winter voldoet tot nu aan dit beeld, hoewel de vorige winter duidelijk anders was.
Wat deze herfst opviel, was dat de bladeren aan de bomen langer groen bleven en later afvielen. Mijn ervaring is dat tijdens de sluitingstocht, altijd de eerste zondag van november, de laatste herfstblaadjes nog aan de bomen zitten, maar dat het mooie ervan al achter de rug hebben. Dat was dit jaar duidelijk anders. We zaten nog volop in de mooie herfstkleuren en er waren zelfs nog veel groene bladeren.
Ja de sluitingstocht, de laatste kanotocht van het seizoen van Njord. Weer heb ik hem tot genoegen kunnen varen. Zoals meestal was het aardig weer, een beetje frisse wind in de rug, maar wel droog. Het zonnetje liet het helaas een beetje afweten. Hoe dat nu precies komt weet ik niet, maar ik vaar dit stukje Berkel het liefst in deze tijd van het jaar. De herfstkleuren maken het landschap mooier dan in de zomer. En het weer is meer onvoorspelbaar en avontuurlijker. Het kan gaandeweg de dag erg wisselen en dat maakt de tocht ook boeiender. Wellicht is het in de vroege lente ook prachtig op een ander manier. Dat zou ik nog eens moeten proberen.
Op een zomerdag vind ik de Berkel saaier, wat denk ik komt omdat het allemaal gelijkmatig groen is en het weer meestal gelijkmatig is. Wat me in de zomerdag wel leuk lijkt is om ’s ochtends met het opkomend ochtendlicht te varen. Vooral als het een stralende dag wordt lijkt me dit een prachtige ervaring. Zo’n tocht mag de toercommissie van mij ook nog op de kalender zetten.

Goed, het is al weer 2007 en we hebben wat het weer betreft een bijzonder 2006 met veel records achter de rug. Het is het warmste jaar geworden ooit gemeten terwijl januari nog wel bij de tien koudste winters scoorde. De gemiddelde temperatuur was in 2006 11.3 tegen normaal 9.8 graden celsius. De maanden juli en september zijn nu recordhouder in warmte van de afgelopen 300 jaar. Juli mat gemiddeld 22.3 tegen een langjarig gemiddelde van 17,4. Op de 19e juli werd in Westdorpe in Zeeuws Vlaanderen het hitterecord van 37.1 gemeten. September liet een gemiddelde van 17.9 meten tegen normaal 14.2.
Ik ben benieuwd wat 2007 weer zal brengen. Zitten we nu toch echt in een klimaatverandering?

Tot slot moet ik nog een correctie aanbrengen op de vorige mijmering. Daarin schreef ik dat Godfried Bomans ooit eens een week alleen op het eiland Griend had gebivakkeerd. Dat was dus niet op Griend maar op de Rottumerplaat. Trouwens, en heeft Nico dus ook gelijk, heeft Jan Wolkers hetzelfde gedaan.

Mijmering – Nov/Dec 2006

Mijmeren terwijl je in de kano zit. Misschien wel ??n van de leukste bezigheden om je tijd door te komen. Zoals in het verslag van Sangita is te lezen ben ik in gezelschap van haar, Leo en Eric onder leiding van gids Nico een weekendje wezen kano?n tussen Den Helder en Texel. Dus ruimschoots de tijd en rust om eens lekker te mijmeren. Vooral de eerste vaardag bood daar volop gelegenheid toe terwijl we voeren vanaf de vuurtoren van Den Helder naar Oude Schild op Texel. Weinig wind en een lekker zonnetje op strak water en alleen wat kanomaatjes in de buurt. Erg saai, zouden mijn zoontjes opmerken, maar voor een vader die het heerlijk vindt even niets aan zijn hoofd te hebben, was het fantastisch. Lekker rustig peddelen met het weidse water om me heen. In de verte Texel aan de ene kant en Den Helder aan de andere kant. Wel letten op veerboten en het varen op de juiste boeien, dit om de goede koers te houden.
Lekker even tijd om dingen te overdenken en weer in het juiste perspectief te zetten. Of om gewoon lekker van de rust en ruimte te genieten. Voorwaarde was wel om niet te vaak naast Nico te gaan varen, want die kan 24 uur per dag door blijven praten.
Twee jaar geleden ben ik met mijn gezin op vakantie geweest op Texel. Het dorpje Oude schild, waar we die middag bij de haven aanlegden, kende ik nog heel goed van die vakantie. Het dorpje heeft een leuk en gezellig haventje, wat ook een beetje te zien is op de foto’;s die op de Njord-site staan. Tijdens mijn vakantie op Texel heb ik nogal eens gemijmerd over hoe het zou zijn om op Texel te wonen. Het lijkt me heel bijzonder, wat voor ieder waddeneiland natuurlijk geldt. Ruimte en een andere lucht, en meer wind niet te vergeten. Wel lekker kunnen banjeren over het strand, wat vooral in de herfst en winter toch heel bijzonder is. Dat is dus de romantische kant. De praktische kant levert zoveel bezwaren op dat het er niet van zal komen.
Jan Wolkers woont er ook, maar ja, dat is een echte romanticus die geen trek meer heeft in het drukke vaste land. Onze kinderen kennen Jan Wolkers van Villa Achterwerk, waarin de laatste jaren geregeld een stukje zat over de achtertuin van Jan Wolkers. Die wist iedere uitzending weer wat interessants en leerzaams uit zijn achtertuin te toveren. Tijdens die vakantie fietsten we nogal eens langs het huis van Jan Wolkers en dan zeiden we tegen de kinderen, kijk, hier woont Jan Wolkers. Maar van de achtertuin was helaas niets te zien. En gelijk heeft ie. Ik vroeg me dan wel eens af wat het voor een kindergeest betekent als ze een lokatie zien die ze ook wel eens op televisie zien. Waarschijnlijk doet het ons ouderen meer dan hen. Ikzelf ben in de tijd opgegroeid dat het heel bijzonder was als je op de televisie kwam of dat de camera in je dorp kwam. Tegenwoordig is het niets bijzonders meer. Bijna heel Nederland is al eens op televisie geweest en anders wel via internet te bezichtigen. Nu kan ik een filmpje maken van mijn achtertuin en de halve wereld zou het kunnen bekijken. Ik denk nog wel eens, toen ik acht/negen jaar was, keek ik bij de buren iedere week naar de serie Rawhide, met de nog jonge Clint Eastwood die mijn TV-idool werd, of nu en dan naar voetbal op een zwart-wit televisie. Ik weet nog goed dat ik de WK finale van 1966 tussen West-Duitsland (ook al weer historie) en Engeland heb gezien. Wie herinnert zich nog de legendarische 2-2 van Haller, waardoor er verlengd moest worden, waarin tot mijn teleurstelling Duitsland verloor. Ja. ik was toen voor West-Duitsland, waarom weet ik niet zo goed. Ze spraken me gewoon erg aan, of het moet geweest zijn dat iedereen zo’;n beetje tegen Duitsland was. Ik heb altijd al een zwak gehad voor de underdog.

Dat weekend hebben we overnacht op de Noorderhaak. Ja wat is het, een klein eiland of een heel grote zandplaat. Ik heb er ‘;s ochtends vroeg nog even gewandeld en kwam na een kwartiertje lopen tot de conclusie dat het er niet in zat om het hele eilandje rond te lopen. Toch te groot, wat later ook wel bleek toen we er aan de zeezijde langs voeren. Wel anderhalf uur hadden we nodig om aan de noordzijde het eilandje te passeren. De Noorderhaak ligt ten zuiden van Texel en ten westen van Den Helder. Er begint zich al plantengroei te ontwikkelen en is het dus een kwestie van tijd voordat er ook ontwikkeling van duinen plaats zal vinden.
Die ochtend was het nog wat mistig boven het water, dus was er behalve het eiland niets anders dan water te zien. Nu en dan zag je een bootje varen. Recreanten of mensen die met een visnetje in de weer waren.
Ik was het eerste op en kon dus volop genieten van een bijzonder moment, de atmosfeer in een omgeving waar alleen water en zand is, met wat meeuwen. Je even alleen op de wereld kunnen voelen. Ik heb eens een boekje van Godfried Bomans gelezen, die eens een week lang in zijn eentje, naar ik meen op het eiland griend heeft gebivakkeerd. Ik kon nu enigszins invoelen hoe dat gevoeld moet hebben. Wat ik me ook niet heb laten ontgaan is een ochtendbad in zee. Heerlijk, iets wat de anderen zich hebben onthouden, dom van ze. De temperatuur was ook nog aangenaam. Weerman Jan Visser wist te melden dat het zeewater in september in het tijdsvak na 1975 nog nooit zo warm was geweest. In deze periode is nooit meer dan 14 graden gemeten, terwijl nu het gemiddelde met 14,2 graden dus zelfs nog hoger kwam. Hoogste temperatuur die is gemeten in september was 18,1 graden.

De tweede vaardag zaten we meer op de Noordzee, en was er bij vlagen meer aandacht nodig voor het varen en hadden we veel afleiding van de zeehondjes. Zeehondjes had ik natuurlijk al vaker van dichtbij gezien, maar dan alleen in gevangenschap. Nu dichtbij in het wild was het een heel bijzondere ervaring. Er heeft een groep wel anderhalf uur met ons meegezwommen. In het begin kwam er nu en dan even een kopje boven het water, maar na verloop van tijd werden ze steeds vrijer. Ze bleven langer boven water en kwamen steeds dichterbij. Op het laatst begonnen ze te dartelen in het water en sommigen zwommen heel dicht naar de achtersteven van onze kano’;s toe om er even aan te snuffelen.
Vlak voordat we de oversteek naar Den Helder maakten, zagen we op een zandbank nog een hele groep zeehonden liggen. Dat het goed met de zeehond gaat hebben we dus met eigen ogen kunnen aanschouwen. Maar het is onder andere aan de doorslaande overbescherming van zeehonden te danken dat we in de toekomst wellicht niet meer mogen aanleggen op de Noorderhaak. Jammer, want het eiland is groot genoeg voor beiden. Gewoon ??n helft voor mensen verbieden en dan blijft er nog een heel mooi groot stuk over voor zeehonden en is er ook nog ruimte om bijvoorbeeld een nacht je tentje op te zetten. Tenslotte moeten we zulke unieke stilte-gebieden niet alleen voor dieren en natuurbeschermers reserveren.