Mijmering – Maa/Apr 2007

Het weer blijft onderwerp van gesprek. Ook ik kan het deze mijmering niet laten. De vorige mijmering vroeg ik me al af wat 2007 zou brengen. Het eerste wapenfeit liet niet lang op zich wachten. Nu verpletterde januari het record van de hoogste temperatuur ooit in januari gemeten. Februari leek even wat winter te brengen maar bedacht zich snel en het lijkt nu wel of de lente al voor de deur staat. Tja, met zo’;n winter ga je mijmeren over vroeger. En dan pakweg veertig jaar geleden, mijn kinderjaren dus. De winters duurden toen veel langer, maar zoals iedereen weet die een beetje ouder wordt, is de tijdbeleving in je kinderjaren wel even anders. Maar er waren vast ook een groter aantal vorstdagen. Ik herinner me aardig wat winters de schaatsen onder te hebben gebonden. Ik waande me dan Kees Verkerk en schaatste de sloot bij ons huis eindeloos op en neer, waarbij ik heel wat fictieve wedstrijden heb gewonnen, soms met maar een schaatslengte voorsprong. Daarbij droeg ik laarzen waar de houten schaatsen werden ondergebonden. Onbegrijpelijk dat ik daar nog een beetje op kon schaatsen, echt geweldig ging het dan ook niet. Waarom ik geen schoenen gebruikte? Wij droegen alleen maar schoenen als we naar school gingen of naar de kerk. Verder liepen we buiten altijd op laarzen, dat je dus met schoenen zou gaan schaatsen, kwam niet in ons op en waarschijnlijk had het niet eens gemogen. Het waren toen de hoogtijdagen van Art en Keessie. Ja, dat wedstrijd schaatsen is ook niet meer zoals het geweest is. In die tijd waren er in de hele winter maar twee weekenden met schaatsen op de televisie. De Europese en de wereld kampioenschappen. Misschien werden de dames, toen nog in een ander weekend, ook nog uitgezonden, maar ik kan me dat niet herinneren. Mogelijk was ik daar niet in ge?nteresseerd, sorry dames. De romantiek die het schaatsen toen had, is in mijn ogen niet meer. Altijd in de open lucht onder wisselende weersomstandigheden. Hierdoor kon het weer van invloed zijn op de eindklassering. Toen zag je ze nog al eens in de sneeuw schaatsen, of op ijs dat zacht werd en waar zelfs water op kwam te staan. Iedereen zat op de punt van zijn stoel als Art of Keesie moesten rijden, wat was dat spannend. En prachtig als ze wonnen, maar ook een kater als ze verloren. Ja, zo is het niet meer, hoewel de sfeer in het Thialf stadion ook geweldig schijnt te zijn, maar daar kom je haast niet meer aan een kaartje. Toch vind ik het nog steeds leuk om naar te kijken. Ze gaan veel harder en de techniek is prachtig, fascinerend om te zien. Toch zal ik geen halve dag meer voor de buis gaan zitten, laat staan drie halve dagen. Niet dat ik het niet boeiend genoeg vind, maar, en dat is ook een verschil met vroeger, ik heb teveel andere dingen te doen. Een ander schaatsevenement wat lijkt te lijden onder de klimaatverandering is de elfstedentocht. Van de elfstedentocht zijn er officieel 15 gereden, waarbij in 1909 de eerste en de laatste in 1997. We zitten dus al weer 10 jaar te wachten. Dat is op zich niet ongewoon als je bedenkt dat er dus in de hele vorige eeuw maar 15 tochten zijn gereden. Daarbij werd in 1963 de twaalfde gereden. Daarna hebben we 22 jaar moeten wachten tot er in 1985 weer eens een elfstedentocht kon worden gereden en warempel in 1986 nog een keer. Beide tochten werden door Evert van Benthem gewonnen, die kleine held. Een boer nog wel, wat hem nog meer mijn held maakte. Het was dus niet ongewoon als er een hele tijd tussen twee tochten inzat. De jaren veertig was met vier tochten een grote uitzondering. Maar liefst drie op een rij, 1940,1941,1942 en nog eens ??n in 1947.Ik heb er dus drie bewust meegemaakt. In 1963 was ik 7 jaar, maar ik herinner me er niets meer van. Die van 1985 was geweldig. Ik voelde me heerlijk euforisch bij de prachtige beelden op de TV. Het was voor het eerst dat er een rijdende camera met de schaatsers meereed, op het ijs dus. We konden de wedstrijd helemaal volgen en het was heerlijk spannend. Het was mooi weer met zon, dat gaf prachtige beelden wat ook bijdroeg aan mijn euforisch gevoel die dag. Geweldig, wat was dat mooi om te zien, die prachtige beelden, tegelijkertijd met die hero?sche prestatie van de schaatsers. Wat was het leven mooi.Alles is de eerste keer mooier en intenser. Een jaar later was het allemaal minder intens. De sensatie van de eerste keer met die rijdende camera was toen al een stuk [i]Evert van Benthem[/i] minder. Die van 1997 herinner ik me nog vaag. Bijna alles wordt gewoon als je het vaker meemaakt.