Mijmering – Nov/Dec 2007

Vanuit het raam kijkend zie ik mooie herfstkleuren. Tot nu laat oktober zich van zijn beste kant zien. Heerlijk weer om bij te mijmeren. Het doet me denken aan de herfst van vorig jaar, ook mooi met gemiddeld hoge temperaturen. Wat ik me er vooral van herinner is dat de bladeren zo laat vielen. Ten tijde van de afsluitingstocht in de vorige herfst waren er nog veel bomen met groene bladeren. Toen was de herfsttooi aanzienlijk later dan nu. Dit jaar dus vroeg het blad van de boom, wat volgens sommige ijverige voorspellers een voorbode is voor een koude winter. We zullen zien, voorlopig moeten we nog op de eerste nachtvorst wachten.
De natuur, het buiten, houdt ons kano?rs bezig. Altijd kijken we hoe het weer is. We monsteren onze groene omgeving. Kijken naar de lucht en houden ons met de weersvoorspelling bezig, ook als we niet hoeven te kano?n. We genieten van het zonnetje en ons humeur verslechterd als het vaak regent. Er zijn ook mensen die verder gaan. Zij besturen facetten uit de natuur, observeren planten, tellen vlinders of houden zich bezig met het wel en wee van de zeearenden in de Oostervaardse plassen.
Zo worden ook de wilde zwijnen op de Veluwe geteld, met een natte vinger dan wel.
Er schijnen daar veel te veel wilde zwijnen te zijn met als gevolg voedselschaarste, veel omgewoelde grond en overlast voor de mensen die er wonen. Een probleem dus, wat zich niet vanzelf oplost omdat de natuurlijke vijanden ontbreken. Een natuurlijke selectie door ziekte en honger, zoals in de Oostervaarders plassen gaat hier niet op. De Veluwe is hiervoor een veel te open natuurgebied. Dus moet onze regering hierover vergaderen. Het schijnt onder verantwoording van minister Verburg te vallen. Zij zag de jacht als oplossing, maar daar is de tweede kamer weer op tegen. Er wordt gesproken over drukjacht toe te passen. Dit is het zogenaamde ??n op ??n jagen. E?n jager trekt met ??n drijver het bos in het probeert wat zwijnen af te schieten.
Een andere vorm van jacht is de drijfjacht, waar het koningshuis zich altijd ook al mee vermaakt heeft. Drijfjacht wordt door velen toch wel als barbaars gezien, daarom is het Koningshuis daar vrijwillig mee gestopt. Vroeger heb ik als kind enkele malen de drijfjacht op hazen mogen aanschouwen. De hazen werden opgejaagd door drijvers en recht in de loop gedreven van de geweren van de jagers. Ik vond dat zo laf en de jagers hebben het voor mij voor het leven verbruid. Niet dat ik helemaal tegen jagen ben, maar ik walg er van als mensen er plezier in hebben om puur uit plezier dieren dood te schieten.
De drijfjacht op zwijnen schijnt nog erger te zijn als ik de verhalen mag geloven. Het zouden ware slachtpartijen zijn.
Ondertussen zitten we wel met het dilemma van teveel wilde zwijnen. Het grootste deel van de tweede kamer is dus zo sentimenteel dat er niet op gejaagd mag worden. Dit is een bevreemdend gegeven. Dat de partij van de dieren er op tegen is kan ik me heel goed voorstellen. Het zou een waardeloze partij zijn als zij voor zouden zijn. Voor deze partij zijn de dieren heilig zoals de koeien dat zijn in India. Laten we hopen dat deze partij het maar op een paar zetels houdt en gewoon een beetje het (dieren)geweten van Nederland blijft. Groen Links zit met het imago van wij zijn zeer voor de natuur en daar voelt jagen erg ongemakkelijk bij. Maar de andere partijen die tegen zijn zullen toch heus niet uit enkel vegetari?rs bestaan. Dus dat brengt mij bij de vraag wat deze Kamerleden er toe beweegt om tegen deze jacht te zijn. Zij eten zonder gewetensnood toch minstens enkele malen per week een stukje vlees en ik vermoed zelfs elke dag. Wat kan er dan voor hen in hemelsnaam op tegen zijn om wilde zwijnen te doden en op te eten als er toch veel te veel zijn? Als we ze zelf niet willen doden en opeten, dan moeten we daar de predators voor inschakelen, wat blijkbaar minder zielig is. Dat zijn dus o.a. wolven, beren en dergelijke. Maar die willen we niet in onze natuur. Dat vinden we gevaarlijk. Wel halen we allerlei vriendelijk grazers naar ons land, die zich vervolgens rijkelijk voortplanten en vervolgens weer voor een probleem zorgen die niet met jacht mag worden opgelost.
Na de Schotse hooglanders en de Konikspaarden, hebben we nu ook sinds kort de Wisent, oftewel de bizon, in ons land. Er zijn er vier uitgezet in een duingebied in Noord-Holland. Als de proef goed bevalt, zullen er meer komen. Ik vind het prima, maar ook hier zullen er weer teveel van komen. We kunnen natuurlijk altijd weer Indianen inhuren om op ze laten jagen. Een stukje folklore uit het oude wilde westen.
Goed voor het toerisme en de plaatselijke horeca. Als het geld gaat rollen mag er altijd meer. Bovendien vinden we oude culturen en folklore ook belangrijk. Ook een kwestie van identiteit. Om je identiteit te voeden schijnt dat heel belangrijk te zijn. Zo is er de Makah stam, in Noord-Amerika, die het vanuit hun culturele behoefte aan identiteit zo nu en dan een walvis moeten doden. Dat is een hele onderneming. Zij doen dat vanuit kleine bootjes en gebruiken speren. Gaat dus niet zo snel en vast ook niet zo leuk voor die walvis. Maar de jonge mannen aldaar schijnen er veel zelfvertrouwen door te krijgen. De walvisvangst is verboden, maar deze stam schijnt daar ontheffing voor te hebben gekregen. Misschien moeten we ons koninklijk huis ook zo nu en dan ontheffing geven vanwege een stukje Hollandse folklore, wilde zwijnen schieten met drijfjacht. Wordt de Hollandse identiteit weer ook een beetje opgeklopt.
Overigens las ik recentelijk in de krant, dat koningin Beatrix ooit in haar jonge jaren voor een wild zwijn heeft moeten vluchten, wat haar problemen met een knie heeft opgeleverd. Zou dat zwijn het hebben geweten van die drijfjachten?