Na een late oprisping van de winter kwam de lente wat later en wel op precies 20 maart, net een dag te laat, want Remco Prins, Hans Maarse, Leo Lucas en Lidy en Henk Groeneveld togen zaterdag 19 maart naar het natuurreservaat De Wieden. Een prachtig natuurgebied wat ook in de winter de moeite waard is om door te varen. Zie daarvoor ook de fotoreportage op deze site. Helaas liet de zon het afweten, maar het bleef droog. In die tijd van het jaar ziet de Wieden er heel anders uit dan in de zomer. Kijk je in de zomer tegen hoge rietkragen aan, nu kon je goed van je af kijken omdat de rietsnijders erg actief waren. De sfeer is dan ook duidelijk anders. Geen toerist te zien, maar wel alleen rietsnijders. Op een bepaalde manier is dat wel gezellig. Over De Wieden ligt een bepaalde rust en hier en daar kom je enkele rietsnijders tegen. De Wieden ziet er in deze tijd van het jaar heel fraai uit. Overal zie je opgestapelde bossen riet, hier en daar smeult een vuurtje, de kleur van het landschap is misschien wel eentonig, maar overwegend wel mooi licht geel. Erg jammer dat het zonnetje er niet bij scheen, maar het verveelde geen moment. Tijdens de koffiestops aangenaam zitten tegen de rietschoven, even in een andere wereld en toch nog zo dicht bij huis.
De Njord vaarders kwamen die dag in gesprek met een rietsnijder, die wist te vertellen dat 70% van het riet dat in Nederland wordt gebruikt wordt ge?mporteerd vanuit het buitenland (voornamelijk Oost-Europa). Deze rietsnijder is in de winter zes dagen per week bezig met dit werk en het is geen vetpot doordat het ge?mporteerde riet de prijs drukt. Wel is de kwaliteit beter van het Nederlandse riet, wat te maken heeft met de maaitechnieken en de verwerking. Maar ook die voorsprong is men aan het verliezen, doordat men in het buitenland ook de kneepjes van het vak steeds beter begint te beheersen.
Maar er werd niet alleen op De Wieden gevaren. Om wat kilometers te maken werd er nog een aardig ommetje gemaakt. De route zag er zo uit:
Startplaats: vanaf de Arembergerweg de Arembergse gracht op richting Zwartsluis.
Linksaf de Oostelijke wetering op; aan het einde van het rechte deel rechtsaf een doodlopende arm in, welke nog een heel eind in te varen is totdat men vlakbij de N334 uitkwam; vervolgens het hele stuk terug en de Schutsloterwijde op; vervolgens ten N-O van deze plas onder de Belterweg door, de Belterwijde op; deze werd helemaal afgevaren tot op de Boschwijde; vanwaar de Wieden werd ingevaren richting de plas Vossebelt; vanaf daar via de Dirkswijde richting Arembergse gracht weer op, waarna nog een klein eindje gevaren moest worden naar de startplaats.