Sault Brenaz 2006

Vulkan Eifel/Kyll 30 april 2006

Zondagochtend 30 april vertrekken we vanuit vier verschillende richtingen naar Densborn in de VulkanEifel. Leo, Yvonne en Sangita uit Enschede, Rene en Pim uit Hummelo , Eric en Tobias uit Ruurlo en Rick, Koen, Marlies en Guus uit Bitburg. Zij waren op zaterdag al naar de Eifel gereisd en verkenden de loop van de Kyll terwijl wij vanuit Nederland aanreden. Na een stop nabij Keulen (Ville) waar we om 10:15 lekker aan de koffie zaten, reden we in barre omstandigheden (natte sneeuw) naar Densborn. Dankzij de Tom-Tom van Leo, (Ja hij heeft weer een nieuwe) kwamen we snel ter plekke. Aldaar uitpakken en pakken aantrekken terwijl Guus en Marlies zich bij ons voegden. Marlies leidde ons snel naar Erdorf en bracht ons chauffeurs weer terug. We popelden om te water te gaan, ondanks het feit dat de waterstand wat laag was (65 cm op de peilschaal ipv de aanbevolen 75 cm). Rene ontdekte dat direct en stond schuin vast toen hij van een hoge kant te water wilde. Even verder een dam die, door de weggeleiding van het water naar een watermolen, een vrijwel droge bedding opleverde. Even wat klimmen en klauteren en na 50 meter weer te water. Nu door de prachtige natuur heen, Groene sparrenbossen; een vlot stromende rivier, wat stroomversnellinkjes, hier en daar een steen en soms een overhangende tak of boom. Wel fris met 7 graden, maar met een zonnetje. Een stuk beter dan de 2 graden die we op de heenreis zagen. We hadden er zin in maar er zaten hier en daar wat stukjes/omleidingen in het parcours waardoor we er uit en opnieuw te water moesten. De schuine dammen konden we met een aanloopje prima nemen; Je schuift wel naar beneden. Onderweg steeds Marlies met Koen en Rick, die hun vader Guus, stenen plonzend, proberen nat te maken. Er worden mooie foto?s gemaakt. We duiken onder de spoorbruggen door, zien de dieseltreinen voorbij schuiven. Heerlijk. Na een stop, blijkt dat vooral Leo/Yvonne/Sangita goed van proviand voorzien zijn en wij dat in de haast om te vertrekken in de auto hebben laten liggen. Barmhartig ontvangen en waarderen we de gaven van hen. Trommelen ons warm, (het koelt af) en varen deels op karakter door. In Kyllburg vinden we het welletjes. Pim heeft het nu echt koud gekregen en de volgende 8 km vinden we in de koude regen die ons teistert niet verantwoord. We dwalen door de straten van Kyllburg op zoek naar Marlies. Die zal met deze regen ook wel in een Weinstube of Gasthof zitten. Maar het zoeken levert geen Marlies op, maar gelukkig wel een warme kachel en een Nederlander die Eric wel naar Erdorf wil brengen. Het blijkt een visser te zijn die overvallen is door het slechte weer en mij in wetsuite en al, op een pastic zak naar Erdorf rijdt. Ik ben hem erg dankbaar, want dat lost veel op. Onderweg zie ik in Erdorf de bordeaux-rode Opel van Marlies staan en kan me bij mijn eigen auto omkleden. Ik rijd terug naar Kyllburg nadat ik Marlies met kinderen uit een Gasthof heb geplukt. Ze was ons kwijt geraakt en dacht dat we Kyllburg al voorbij zouden zijn. Nou mooi niet. Alles komt zo toch nog goed. In Kyllburg zoeken we een Pizzeria op waar we na deze mooi maar koude tocht genieten van een warme pizza en een biertje. De kinderen gaan voor cola en het ijs en zijn de momenten van kou snel vergeten.

Terwijl Guus en Marlies en kinderen terug gaan naar hun vakantieboerderij ten westen van Bitburg, rijden wij naar het Jugendhotel Bitburg, de volgende stop in onze reis naar de wildwaterbaan van Sault Brenaz nabij Lyon.

Sault Brenaz Mei 2006

In deze plaats ligt een fraaie Wildwaterbaan met daarbij gelegen camping en jeugdverblijf (groepen). De Rhone stroomt hier langs en is hier ook voor grote schepen bevaarbaar en voorzien van stuwen en sluizen. Bij zo?n stuw/sluiscomplex heeft men deze WW baan gebouwd die varieert in WW klassen 1-4.

Na onze tocht over de Kyll overnachten we in Bitburg in het Jugendhotel dat direct naast de B51 ligt. Het is gevestigd in een voormalige VS kazerne op een bedrijventerrein en heeft luxe kamers voor circa 21 euro per nacht per persoon. Wij zijn deze avond de enige gasten en na wat bellen ontdekken we dat we niet in 113/114 maar in 128/129 gevestigd zijn. Les 1 is het zelf bed opmaken, iets wat voor Pim en Tobias de eerste keer lijkt te zijn. Zij ontdekken het geheim van de omsteek en insteek hoezen en na een warme douche en wat drinken is het bedtijd voor de heren. Inmiddels is het naast ons al heel stil geworden. Leo, Yvonne en Sangita lijken in dromenland beland. De volgende ochtend zien we dat we goed gegokt hebben qua overnachten. Het heeft die nacht buiten gevroren en wij hadden het lekker warm. Inmiddels is ook de receptie bemenst en deze mevrouw maakt een lekker ontbijt voor ons.

Onderweg door Luxemburg is het goedkoper tanken geblazen en daarna blazen we met 130 door naar Lyon. Metz, en dan op weg naar Nancy, totdat ik merk dat er iets begint te tikken in de auto en plots mijn motorvermogen wegvalt. De motor lijkt op drie poten te lopen. Bij Mesnilles pak ik de parkeerplaats, nadat ik twijfelde of ik de afrit zou pakken. We bellen de ANWB nadat we vastgesteld hebben dat de praatpaal defect is. Die adviseren ons 112 te bellen die een wegenwacht zegt te sturen. 45 minuten later (en geen 20 zoals beloofd werd) komt een norse Fransman langszij. Hij rommelt wat aan de motor en maakt duidelijk dat we afgesleept moeten worden. Na afstemming met ANWB Lyon blijken we uiteindelijk 300 m terug naar Lesmenilles gebracht te worden, waar we moeten wachten totdat een andere afsleper ons ophaalt om naar Nancy te gaan. In de tussentijd klimt Yvonne en vaardig op de hoog gestapelde betonnen wegafzetelementen, vindt Rene een lege portefeuille en doden we de tijd met speculeren wanneer dit opgelost zal zijn. De monteur van de garage uit Nancy is evenwel duidelijk. Vandaag repareert er niemand. Het is immers 1 mei: De dag van de arbeid. OK, We besluiten dat Pim en Tobias het best met Leo, Yvonne en Sangita mee naar Lyon kunnen gaan. Een paar essenti?le zaken overpakken en tot ?. Morgen hopen we.

Terwijl Rene en Eric wachten, afgesleept worden naar Nancy, aldaar een taxi naar een hotel nemen, de stad Nancy verkennen, rijden Leo/Yvonne en aanhang naar Lyon. Rond 18:30 ontvangen we een SMS dat ze ter plekke zijn en of we een plek met stroom willen. Ja graag; hoe lang is de elektriciteitskabel dan ?, 50 m. Enfin 4 SMS-jes later geef ik op; Kies maar een plek we zien wel.

Intussen hebben Rene en ik de Place Stanislaw verkend. Een fraai plein met gouden hekken en statige regeringsgebouwen gebouwd door een Poolse prins die een Franse prinses aan de haak heeft geslagen. Even verder ontdekken we de grote kermis en een heuse WW baan. We krijgen daar het water van in de mond en dat maakt dorstig. Enkele Choufjes later besluiten we via de stadpoorten een Libanees restaurant te gaan verkennen. Het wordt de Italiaanse buurman, die wel open blijkt te zijn. Gevoed en gelest zoeken we het hotel weer op en kijken nog wat verdwaasd naar een oude Engelse Frans ondertitelde Robin Hood film met Sean Connery. Rene heeft het einde gemist, Hij snurkt trouwens ook.

De volgende ochtend slapen we uit en lopen op geheugen terug naar de Garage BSA. Daar staat de auto deels gedemonteerd en de garagist is duidelijk, dit duurt wel enkele dagen. Er is iets met de nokkenas en distributieriem. Enfin we bellen de ANWB , leggen e.e.a. uit en vragen om vervangend vervoer. Na enige verbazing over de omvang van onze bagage en kano-aantallen op het dak krijgen we een Opel Movano van AVIS aangeraden. Op te halen op het Place des Vosges. Dat regelen we snel en laden daarna alles om terwijl we duidelijk met AVIS en de garagist afspreken dat we Vrijdagmiddag tussen 1600-1800 er weer zijn om te wisselen. Dat kan, en de garagist verzekert ons dat dat goed gaat komen. Wij springen in de bus en kachelen naar Sault Brenaz. Want voor het kanovaren zijn we tenslotte naar Frankrijk gekomen.

Die fraaie WW baan zien we rond 1730 met eigen ogen, en dat maakt heel veel goed. We bouwen het tentenkamp snel op, glijden in onze wetsuites en na een korte blik varen we met begeleiding de baan op. Dat voelt wat onwennig. We hebben ons wel eerst ?door? gemaakt; het water voelt geen eens koud aan. Buiten is het 22 graden. We nemen de eerste WW3 versnelling, glijden door het walswater en dan volgt een mooie tweede wals, drie trekt fors en ik dreig stil te vallen, Stug doorpeddelen levert resultaat en ik kom er door, maar ga om voor de grote verblokking. Zwemmen dan maar. Even verder zit ik weer in de boot en vaar door. Het stukje hierna is WW1-2 en goed te doen. Er zitten leuke versnellingen en bochten in. Dan volgt de grote wals met aansluitend een ruw stuk en dan een WW4 walssetje. Je verstand zegt dat dat misschien wel zwemmen wordt, maar de nieuwsgierigheid blijkt groter. Bij deze grote wals is het gokken hoe je precies in de V terecht komt. Als je over de rand gaat, kan je niets meer corrigeren. Ik kom teveel naar rechts uit en krijg dus een forse zet naar links als ik de V in vaar. Ik corrigeer, maar te veel en, Ja wel zwemmen. Zwemmen in onstuimig water dat me de baan af voert. Benen naar voren Handen gekruist over de borst, peddel vasthouden en de boot die dobbert voor me uit. Ik zie welke krachten er op de boot inwerken en zet me schrap; De tweede wals is een cocktail van links en rechts indraaiend water gevolgd door twee walsen. Hier liep ik enige blauwe plekken op dat weet ik zeker. Maar ik ben er door en kan de kant op gaan zoeken. Andere kanovaarders hebben mijn boot inmiddels naar de kant gebracht, waarvoor dank. We klimmen in de boot en doen het laatste stukje waar weer een leuke wals en enkele fraaie bochten zitten. Ik arriveer tenslotte op de Rhone, draai af, klim aan wal en ga voldaan naar de kampeerplek toe, die 200 m terug ligt. Morgen meer en dat kan ook niet anders want de zaak valt droog. De inlaat staat van 09:00-19:00 open en het is bijna 19:00 uur. We maken eten en daarna een kampvuur waar we genieten van de ervaringen van die dag en de verhalen van de kinderen die brood haalden, spelletjes deden enz.

De volgende ochtend krijgen we les van Rene in het peddeldraaien om warm te worden en de spieren te verlengen. Daarna eerst leren traverseren op het WW1-2 deel van de baan. Als dat lukt gaan we in kleine walsjes liggen en balanceren we de boot. Wanneer we ons vertrouwd voelen, pakken we steeds weer een moeilijker plekje van de baan, die voor ieder wat wils lijkt te hebben. We delen de baan met Russen, Belgen, Fransen en Nederlanders, maar nergens is het te druk. Na een twee uur varen is het tijd voor koffie en een pauze. In de middag pakken we de walsen en gaan we leren invaren en traverseren in een wals van circa 70-80 cm hoogte verschil; Dat blijkt wel wat zwemmen op te leveren, maar niet getreurd, zo leer je het ook. Wanneer Pim door een vreemde manoeuvre omslaat en in een wals terecht komt, ontstaat even een moment van schrik. Zijn zonneklep op zijn helm is naar voren geklapt en hij roept dat hij niets meer ziet. Rene flitst naar de plek toe , grijpt Pim behendig bij de band van zijn zwemvest en bevrijd hem uit zijn benarde positie; Terwijl Pim zich klemt aan de boot, vaart Rene naar de kant. Wij zijn onder de indruk van dit adequate optreden. Ik had net de werplijn klaar om naar Pim te gooien, maar dat was al niet meer nodig.

Ook en Tobias hebben deze dag even een moment van schrik. Tobias heeft moeite zijn spatschermlus te vinden nadat hij omgeslagen is, maar handelt goed door zijn arm opzij te bewegen en zo regelmatig lucht te pakken. Met zijn knie bevrijdt hij zich van het spatzeil. We maken daarna een karabiner vast aan zijn spatzeil om dat makkelijker te kunnen afdoen. , die haar zelfvertrouwen snel had zien groeien slaat om en trekt daarbij de losband van haar spatscherm kapot, waardoor het scherm niet makkelijk lost. Ook zij weet met de knie zich te bevrijden, maar heeft wel wat schrik opgedaan. Yvonne repareert dit spatzeil later en neemt het reservespatzeil later in gebruik.

Die ochtend hebben we ons helemaal een kriek gelachen toen Pim en Tobias terug kwamen van de bakker. Rene had hen opdracht gegeven 10 Baquettes te halen. De Baquettes van Rene waren evenwel veel kleiner dan die van de Bakker, want de mannen brachten een meelzak van 50 Kg vol aan broden mee. We aten dus broodpap, gehaktbrood, visten met brood en aten brood en dat wel 36 uur lang.

Toen Eric bij het kampvuur die avond, onbewust zijn ogen zwart veegde ontstond het verhaal van opperhoofd Zwarte Peddel, Overloopindiaan en Keukenindiaan met tien broden. Alleen voor insiders.

Donderdagochtend was het weer schitterend weer. Weer 28 graden, strak blauw en een mooie WW baan. Vandaag tijd om de WW3- en WW4 stukken te proberen nadat we op het tweede deel WW2 oefenden met achtjes varen. Achtjes vaar je door achter een passage te traveren, via het keerwater stroomopwaarts te bewegen en dan weer te traverseren. Zo klim je als het ware de rivier op en dan kun je insteken op de stroming, wegdraaien met een hoge peddelslag en met de steekslag bij de laatste bocht ineens in het keerwater draaien. De voldoening als dit je helemaal lukt, is groot en zo ook toen we zonder omslaan de WW3 passages namen. Ook de hoge waterval (nu recht genomen) werd getrotseerd en na een paar keer proberen lukt zelfs de laatste WW3/4 cocktailwals. Leo presteerde het zelfs om in de hoge wals om te gaan, in het ruige water te eskimoteren en vervolgens de cocktailwals ongeschonden te passeren, Petje af hoor.

Het vertrouwen van Rene kreeg een deukje toen hij hetzelfde recept probeerde toe hij in het deel van de achtjes na een onverwachte beweging omging. 1x eskimoteren lukte niet en het stroomt daar fors. In een flits realiseerde hij zich dat hij bijna bij de grote waterval was en dus stapte hij uit. Midden in de stroom zit daar een forse steen waar hij tegen aan botste. Wij stonden klaar met de werplijn om hem te helpen. Hij zat achter de steen wat ongelukkig en met peddel en boot dacht hij te gaan oversteken. Dat hebben we hem snel uit het hoofd gepraat, nadat hij de kracht van de stroming voelde. Met behulp van werplijn en cowtail hebben we hem en zijn boot uit deze benarde positie bevrijd. Hij liep een wondje aan de duim op die wel bloedde, maar eigenlijk weinig voorstelde.

Het luidde wel een rustmoment in. We luierden op een slaapmat, lazen een boek, dronken wat, en hadden veel plezier toen Rene Yvonne een nat pak bezorgde. In de middag volgde nog een rondje varen en we konden goed zien dat twee dagen op de baan ons veel geleerd had. Morgen gaan we immers al weer naar huis. Het kampvuur, na een voortreffelijke maaltijd van Koks Rene en Yvonne, bracht na wat wijn en bier in een zwoele avond de welverdiende rust en slaap.

Vrijdag bracht ons nog twee succes rondjes varen over de baan nadat we alles hadden ingepakt. Yvonne rende nog haar rondje en daarna reden we huiswaarts. We filosofeerden over teruggaan in de herfst en minimaal volgend jaar. Onderweg volgenden bijna zomers aandoende onweers- en hoosbuien. Onze auto was gerepareerd en na het omladen koersten we naar Bitburg. Daar aten we op zijn Duits stevig en daarna volgde de thuisreis. Voor ons een geweldige week, ondanks de panne, waarin we veel geleerd hebben en plezier hadden. Zwarte Peddel en zijn stam komen hier terug.