Scheveningen 2002

Windracht 5

Op zondagochtend 1 september vertrokken we 7 man/vrouw sterk naar Scheveningen om daar te gaan brandingvaren op een speciaal daartoe ingericht deel van het Scheveningse strand. Dat betekent dat je aldaar mag surfen en kanovaren en dat zwemmers zich bewust moeten zijn van het gevaar daarvan. Dat dat laatste niet altijd het geval is merkte Rene, die het fors met een Engelsman aan de stok kreeg, toen deze vond dat Rene veel te dicht langs hem voer. Gelukkig ondersteunde de strandwacht ons standpunt. Dit was overigens een incidentje in een prima en goed verlopen dag kajakken. De zon scheen volop en er stond een windkracht 5 die de golven opzweepte tot 2 a 3,5 meter.

Dit was voor Tobias, die het ook snel koud kreeg, iets te veel en hij verruilde de kano voor het strand, waar hij kastelen bouwde. De anderen voeren keer op keer de golven in , draaiden en probeerden op de golf mee te glijden naar het strand. Je wordt dan al het ware opgetild en met kracht vooruit geduwd. Een sensatie, die overigens, als je nog niet zo goed kan sturen, de kano snel ondersteboven kan keren. Je helm beschermt je tegen botsen met de bodem, maar als je het eskimoteren nog slecht beheerst, eindig je wel snel buiten de kano en is het zwemmen gebalzen. De kano vindt zijn weg wel naar het strand, maar jij moet er ook achteraan. Dan leeghozen, inpakken en wederom de golven in. Het eerste stuk als een zeehond, de kano vooruit duwen totdat je water onder de boot houdt en je de aanval op de golven kunt starten. Bij iedere golf naar achter hangen en de boot recht door de golven laten klieven. Soms gaat er een breker geheel over je heen en dan snel weer corrigeren en doorvaren. Dat je daar flink moe van wordt mag duidelijk zijn. We namen bij tijd en wijle dan ook onze rust en de jongeren zochten naar verloop van tijd ook de golven als zwemmer op. Met een zwemvest en wetsuite aan is dat fijn dobberen. Kortom we zien terug op een geslaagde dag die om herhaling vraagt.