Hemelvaartweekend 2011

Hemelvaart 2011

Woensdag 1800 vertrokken we (Guido, Tobias, Berend, Leo en Eric) netjes op tijd naar onze tussenbestemming ergens nabij Mainz. Bart en Albert waren op het laatste moment toch afgevallen als deelnemers. De stopplek werd, na een korte tussenstop net over de grens om een lampje te vervangen, gevonden in de Taunus. Daar vonden we een ouderwets Duits Gasthof met gelegenheid tot overnachten en een goede Bierstube. Omdat we morgen weer vroeg op mogen, een bier en naar bed.

Donderdag begonnen we samen met een waard, die overduidelijk een kater had, maar wel wist hoe je een ontbijt moet maken. Vanwege de verwachte regen in Oostenrijk werd de bestemming gewijzigd naar de West Schweiz. Via Basel naar Bern en daar de bergen in. We arriveerden nabij Guggersbach bij het begin van een natuurgebied met een echte kloof met een meanderende rivier. Hier stroomt de Sense door Berner Oberland een WW II/III rivier waar afhankelijk van de waterstand je de schoonheid van het landschap combineert met WW uitdagingen. Onderspoelde rotswanden en scherpe meanders vormen hier de uitdagingen. Enfin kijk maar naar de foto’s in het fotoboek. Gezien de samenstelling van de vaargroep hadden we voor niet al te grote uitdagingen gekozen en werd de rivier vrijwel zwemloos gevaren. De afvoerpiek van woensdag 40 kub/sec was grotendeels verdwenen, maar de afvoer a 10 kub/sec was groot genoeg om niet op de keien te varen. Zo hadden we toch nog de rivier te pakken die we met de meivacantie over moesten slaan vanwege watergebrek. We kozen ervoor om niet hier, maar in de buurt van de Simme te gaan overnachten. Zo reden we naar Zweisimmen in het Saanental, waar we een leuke camping en eetgelegenheid vonden. Zum Bären bleek de lokale tent voor hongerige types zoals wij.

Vrijdag stond dan de Simme op het programma. Deze rivier hadden we vorig jaar ook al gevaren, maar nu stond er meer water in deze WW II/III sloot met fraaie keerwaters en enkele leuke watervalletjes. Vanuit Boltingen voeren we naar Erlenbach en namen de 1 meter hoge waterval net buiten Boltingen na bezichtingen allemaal zonder problemen. Je vaart onder de typische Zwitserse overdekte bruggen door en passeert rotswanden en kiezelbanken. Hier en daar een fraaie blik op de omliggende bergen die soms in de nauwe bedding van het dal zichtbaar zijn. Er moeten immers een weg N11, een spoorlijn en een rivier door een 20 a 30 meter breed dal heen. Soms verbreedt het dal zich op eens en zie je mooie groene weiden met de befaamde beldragende koeien. De rivier slingert zich door de rotswanden en langs de schilderachtige dorpen tot dat plots het einde zich aan doet. In de zon drogen we snel op van het buiswater terwijl de pendelaars de autos ophalen.

En dan komt de keuze voor de bestemming van morgen. We hopen op voldoende water in de Saane, anders de Muote, Lutschine en eventueel de Rhone bovenloop of Vorderrhein.
We besluiten na ampel beraad naar gstaad en Gsteig te gaan om de Saane te gaan bekijken. Een mooie rit over de N11, maar wel naar het Westen terwijl alle andere bestemmingen oostwaarts liggen. De Saane blijkt niet al te veel water te hebben,behoorlijk gekanaliseerd te zijn op het traject dat wij willen gaan varen. Er is een mooie kloof met WW III/IV karakteristieken, maar die bewaren we voor een andere keer gezien de conditie van de groep. Wel nu dan maar naar Rhone of Vorderrhein, Want de Muote en Lutschine vallen af vanwege de WW klasse dan wel de waterstanden. Dat is een forse rit, niet qua kilometers maar wel omdat je enkele passen over mag. We rijden uiteindelijk tot Meiringen aan de voet van de passen en zoeken daar een camping en eetgelegenheid op. Meiringen is de stad uit de boeken van Conan Doyle die de avonturen van Sherlock Holmes schreef. Berend blijkt aldaar goed bekend en wijst ons kordaat de weg.

Zaterdag begint met een bezoek aan de Aareschlucht die zich door de bergen schuurt. Deze rivier heet WW II+ te zijn, maar onze bezichtiging laat ons toch heel wat lastige punten met onderspoeling en forse druk zien. Een foute beweging en je kan gaan zwemmen, of je moet heel snel eskimoteren. En zwemmen is niet geheel zonder risico naar onze inschatting. We beslissen dat deze passage voor ons dit jaar niet gevaren wordt en klimmen weer in de auto. We gaan naar de Vorderrhein, daar is gegarandeerd genoeg water en het weer valt nog steeds mee. Enfin eerst de Sustenpass, dan de klim van Göschnen naar Andermatt (de aanloop naar de Gotthard pass) en vervolgens de Oberalppass naar het Vorderrheindal. Disentis voorbij en Ja daar is Illanz alweer. Hier begint de Rheinaulta, de grand canyon van de Rhein. We besluiten gezien de ervaringen van de Simme onze medegezellen te behoeden voor te veel zwempartijen en kiezen het Vorderrhein traject WW II+ van Versam naar Reichenau. dat blijkt goed te doen en toch wel enige uitdaging te bieden. De waterafvoer is nu circa 35 kub/sec en dat is heel anders dan de laatste keer toen er 130 kub/sec door heen bulderde. We genieten van de technische uitdagingen om de juiste vaarlijnen te varen en natuurlijk van het magnefieke landschap. Nadat we met de trein de auto’s hebben opgehaald zoeken we een overnachtingsplek. De camping bij Carrera blijkt volgeboekt met WW vaarders, dus rijden we door naar Valendas en melden ons bij Schlafen im Stroh. De boerin is blij met onze komst en we kunnen samen met twee Duitssprekende dames en een groep Duitsers ter plekke overnachten. Maar eerst naar de lokale herberg met zonneterras voor en echte Weizen. Het weer houdt zich fantastisch en we kunnen buiten dineren.

Zondag worden we rond 0700 wakker en een half uur later hebben we alles in de auto’s en komt de boerin met een echt Zwitsers ontbijt. Strak 0800 rijden we weg naar Nederland. De rit verloopt enigszins curieus omdat we verschillende routes rijden en Stau tegenkomen. Leo pikt nog een liftster met aanhang op en na een fors onweer nabij Keulen scheiden onze wegen. Via SMS kun je goed communiceren en we nemen digitaal afscheid van elkaar en constateren dat we weer veel beleefd en genoten hebben.